Professionele belegger

De informatie en documenten op deze website zijn enkel bedoeld voor professionele beleggers. Met professionele beleggers (en hun intermediairs of consultants) worden die partijen bedoeld die voldoen aan de definitie van professionele belegger, institutionele belegger en/of gekwalificeerde belegger zoals opgenomen in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.
Door deze disclaimer te accepteren gaat u akkoord met de inhoud van deze disclaimer en verklaart u een professionele belegger, een gekwalificeerde belegger, dan wel een institutionele belegger te zijn zoals gedefinieerd in de Wet op het financieel toezicht.   
Deze disclaimer geldt als aanvulling op de Algemene disclaimer Achmea Investment Management B.V. (https://www.achmeainvestmentmanagement.nl/disclaimer). Op deze disclaimer is Nederlands recht van toepassing.

Uitwerking pensioenakkoord: hoofdlijnen en adviestraject

Uitwerking pensioenakkoord: hoofdlijnen en adviestraject

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid publiceerde onlangs in concept de wettekst en de bijbehorende memorie van toelichting (MvT) voor invoering van het nieuwe aanvullende pensioensysteem. Dit betreft een meer gedetailleerde en formele uitwerking van het in juni 2019 gesloten pensioenakkoord en de Hoofdlijnennotitie van juli 2020. De sector heeft tot 12 februari de tijd om op de nu voorliggende voorstellen te reageren. Het is de bedoeling dat het wetgevingstraject voor de vernieuwing van het pensioenstelsel nog dit jaar wordt afgerond. Dit zal plaatsvinden door een nieuw te vormen regering na de verkiezingen van aanstaande maart.

 

Samenvatting

 

• De concept MvT bij het wetsvoorstel voor herziening van het pensioenstelsel werkt in detail de beoogde systeemwijzigingen, zoals aangekondigd in de Hoofdlijnennotitie van juli 2020, uit.
• Deze MvT bevat een beperkt aantal wijzigingen en aanvullingen, onder andere wat betreft het beschermingsrendement en een overgangsregime voor het financieel toezicht.
• Het nieuwe pensioenstelsel neemt de risicohouding van groepen van deelnemers als uitgangspunt voor het beleid.
• Deze risicohouding moet tenminste eens in de vijf jaar worden geactualiseerd.
• De methodiek van het projectierendement wordt ingezet om de risicohouding te toetsen.
• Daarnaast krijgt het projectierendement nog vier andere functies, waaronder vaststelling van het pensioen in de uitkeringsfase. 
•De mate waarin het gehanteerde beschermingsrendement ook het renterisico (duratie-effect) afdekt in het nieuwe pensioencontract (NPC), wordt een beleidsbeslissing.
• Fondsen met een NPC mogen straks een scheiding aanbrengen tussen de beschermings- en de rendementsportefeuille.
• Opheffing van de leenrestrictie in het NPC mag straks niet leiden tot negatieve persoonlijke pensioenvermogens.
• De nieuwe regelgeving bevat geen prikkels om het inflatierisico met een hoge mate van precisie af te dekken.
• Rondom de solidariteitsreserve moet een flink aantal afspraken worden gemaakt.
• Er komt een transitie-ftk met een richtdekkingsgraad van 95% en een indexatiedrempel van 105%.
• Schokken in de uitkeringsfase mogen over maximaal 10 jaar worden gespreid waarbij een nog niet verwerkte schok en nieuwe schok bij elkaar mogen worden gevoegd en over maximaal deze periode worden uitgesmeerd.
• Naar verwachting zal zich rondom de combinatie van actuele risicohouding, life cycles/toedelingsregels en beleggingsbeleid een beleidscyclus ontwikkelen die vergelijkbaar is met de huidige praktijk van ALM en Portefeuilleconstructie-studies.
• Uiterlijk 1 januari 2026 moet een nieuwe regeling zijn ingevoerd. Er zal daartoe, samen met de actuarieel adviseur en fiduciaire vermogensbeheerder, een intensief proces van analyse, advisering en besluitvorming moeten worden doorlopen. Een schets hiervan staat aan het slot van deze notitie.

 

Lees onze hele analyse